Wie mijn site en dit kanaal weleens bezoekt, ziet dat mijn vaardigheden uiteenlopend zijn. Buiten de skills op mijn websites kan ik een beetje koken, wielrennen, mountainbiken en – sinds recent – fondsenwerven.
Zo is een van mijn vaardigheden, het schrijven van teksten. Teksten die soms zelfs een journalistiek karakter hebben. Omwille van dat karakter, is mij vaak aanbevolen om bij een medium te werken. Of op z’n minst journalistiek (of Nederlands, of geschiedenis) te studeren. Toch ligt een carrière bij een bestaand medium niet voor de hand.
Dat ligt niet enkel aan mij, maar ook aan de media. Want met de media is heel veel geks aan de hand. Begin dit jaar had ik het over de gebrekkige belangstelling voor cultuur van de Nederlandse media. Hoezo kan een bokswedstrijd tussen Rico Verhoeven en Levi Rigters wel, maar een museumnacht niet LIVE verslagen worden? Maar het gaat niet alleen daarom.
Reden 1: Gebrekkige creativiteit
Zowel bij de commerciële als de publieke omroepen is er een gebrek aan creativiteit. Zo zijn er op het moment van schrijven maar liefst 9 (!) talkshows in een week (1). Talkshows die telkens dezelfde koppen uitnodigen. Afgezien van politici (waarbij het zelfs onderzocht is), koppen die ook telkens in dezelfde realityprogramma’s en spelprogramma’s komen. Ook bij de ‘goede omroepen’ als NTR, Human en VPRO.
Afgezien van de vormgeving en enkele cosmetische wijzigingen is het één pot nat. Gebrekkige diepgang, herhaling van punten die elders ook zijn gemaakt en … geringe controle op feitelijke juistheid. Daarover later meer. Bij andere formats is het wel iets beter. Er zit variatie in spelletjes, films en series (al is het bij spelletjes ook sleets). Jeugdtelevisie maken, daar zijn Nederlandse media wel weer goed in. Ze zijn zelfs origineel: een titel als Villa Achterwerk (VPRO) zou het buitenland niet 1-2-3 namaken.
Reden 2: Neutraliteit van het nieuws
Dit is geen groot probleem, tenzij je feiten negeert. Kijk: als een objectieve waarheid diffuus of zelfs afwezig is, dan is het begrijpelijk dat het nieuws een neutrale positie inneemt. Maar als de feiten onomstotelijk vaststaan, moet dat benoemd worden. Ook als een partij, die onjuiste feiten benoemd, het niet leuk vindt. Zo kun je je als persoon uit Baarn meer hebben met de mensen uit Blaricum en Laren dan je provinciegenoten uit Utrecht, Amersfoort of Woerden. Maar dat maakt de bewering ‘Baarn ligt in Noord-Holland’ niet ineens legitiem (objectief onwaar, het ligt in Utrecht).
Precies daarin gaan media de mist in, en bij veel ernstigere kwesties dan ‘of Baarn in Utrecht of Noord-Holland ligt’. De ideeën en voorstellen van Geert Wilders, Donald Trump en coronazeikers worden meermaals als een van de twee legitieme gepresenteerd (bothsideism). Dat een professor of mensenrechtenactivist de wet of de wetenschap achter zijn zijde heeft, wordt niet benoemd. Dit is niet alleen maar slecht voor het vertrouwen in het nieuws, maar ook voor de democratie. Zo geef je antidemocraten een podium en help je hen de liberale democratie af te breken. Als je mij niet gelooft, vraag het maar aan Kasper C. Jansen, Medialogica (Human) of een van de vele wetenschappelijke bronnen.
Reden 3: De Reithiaanse waarden zijn grotendeels losgelaten
John Reith, de eerste directeur van de BBC, zei dat zijn omroep drie waarden had: informeren, onderwijzen en vermaken. Bij de NPO zijn al deze waarden nog enigszins aanwezig (al valt het mee in de talkshows). Maar met name bij populaire kranten en commerciële zenders valt het vies tegen. Amusement (en daarmee clicks en ophef) zijn veel belangrijker geworden dan de andere taken. Het is veel belangrijker om achter de laatste roddel te gaan, dan om een misstand in Koeweit uit te pluizen.
Nogmaals, bij de publieke omroepen gaat het goed. Maar ook zij dreigen te bezwijken onder druk van de streamingsdiensten, waarin ze moeten zetten op populaire titels. Laten VPRO en Human nou net de omroepen zijn die – om maar wat te noemen – nauwelijks hoge kijkcijfers behalen en zichtbaar zijn op NPO 1.
Uitzondering
In dit stuk ga ik uit van een luxepositie, waarin ik de keuze heb. Natuurlijk heb je de omstandigheden in het leven niet in de hand. En als het alternatief rood staan is, dan is je keuze snel gemaakt. Maar het gaat niet alleen om mij. Het is ook een aanklacht richting de maatschappij. Televizier-prijzen gingen immers vrijwel altijd naar amusementsprogramma’s. En ook op YouTube en Instagram/TikTok gaat sensatie boven inhoud (zie allen al deze bron).
Toch zijn er twee uitzonderingen die ik wil maken, ook in tijden van privilege. Niet alleen het zijn van een zelfstandig recensent of journalist. Maar ook dit: zo overweeg ik serieus om een collectief te starten. Het is een combi van IVN of Teleac en NOS Sport, maar dan op de kunsten gericht. Net zoals NOS Sport redacteuren heeft voor elke sportdiscipline (voetbal, tennis en wielrennen), moet deze club ook redacteuren hebben voor kunstvormen (film, jeugdliteratuur, theater en dans, etc.). Tevens moet deze club zich inzetten over kunsttheorie, een vorm van kunsteducatie, die alle scholen en culturele instellingen overstijgt.
Hiervoor mag men mij ’s nachts wakker maken. En zelfs uit mijn droom rukken.
(1) Tussen 15 mei en 2 juni zijn de volgende talkshows op tv geweest: Café Kockelmann (WNL), Dit is Tijs (EO), Renze/Humberto/Beau (RTL), Bar Laat/Goedenavond Nederland (resp. BNNVARA en WNL), Jinek (AVROTROS), Nieuws van de Dag (Talpa), Vandaag Inside (Talpa), Buitenhof (VPRO, AVROTROS en BNNVARA) en Carrie op Vrijdag (Omroep MAX).