Met nog drie weken te gaan, staat de zomervakantie voor de deur. Na de vakantie zullen kinderen in augustus of september voor het eerst naar de basisschool of middelbare school gaan.
Als het aan de Verenigde Naties ligt, worden onze scholen inclusiever voor gehandicapten. De intergouvernementele organisatie ziet in het kader daarvan de scholen voor speciaal onderwijs slinken in aantal. Het sluit hiermee enigszins aan bij het standpunt van de Europese Unie.
Het is jammer dat je VN-vertegenwoordigers niet kunt kiezen. En dat de eerstvolgende Europese verkiezingen pas in 2029 zijn. Maar niet getreurd: er zijn op 29 oktober Tweede Kamerverkiezingen. En wat ‘inclusief onderwijs’ betreft, is de landelijke overheid misschien nog wel belangrijker.
Aanjager van ‘inclusief onderwijs’
Want het is niet zo, dat de Nederlandse overheid dit tegenwerkt. Sterker nog: in het Rutte-tijdperk werd de gang naar het regulier onderwijs zo veel mogelijk gestimuleerd. Je moest echt bewijzen dat je dusdanig beperkt was, wilde je op het speciaal onderwijs komen.
An sich is dit niet heel slecht. De samenleving wordt op allerlei vlakken inclusiever. Ook minder voor de hand liggende plekken. Denk aan een protestmars, zoals de Klimaatmars. Denk aan de kermissen van Tilburg en Almere. Je hebt zelfs een ‘silent disco’, zo ver gaat het. Waarom zou het onderwijs zich in vredesnaam niet kunnen aanpassen aan kwetsbare leerlingen?
Het is niet alsof het speciaal onderwijs altijd beter is. Muzikant Diorno Braaf (alias: Dio) zei in Nooit Meer Slapen (VPRO) dat type onderwijs als ‘demotiverend’ te ervaren. Hij hield er zelfs een ‘minderwaardigheidscomplex’ aan over. Een doof meisje uit Taarten van Babel – ook van VPRO – was iets positiever, maar ook zij wilde liever meedraaien in het regulier onderwijs. En ook minder anekdotische bronnen bevestigen de beperkingen. Deze Canadese website noemt (deels dezelfde) contra-argumenten: te homogeen, bemoeilijking van de overstap naar regulier onderwijs én het risico op stigmatisering. Wikipedia heeft zelfs een heel lemma over gebrekkige verhoudingen in het speciaal onderwijs. Want, leerlingen van kleur worden er om heel verkeerde redenen geplaatst. Iets met socio-economische factoren, culturele verschillen en vooroordelen.
Maar ja … dat zijn kinderziektes. De vraag is: waarom zou je deze niet voor lief willen nemen of misschien zelfs willen oplossen?
Adder onder het gras
Nou, waarom niet? Omdat de motieven niet erg zuiver zijn. Misschien wel vanuit Brussel en New York. Maar Den Haag had en heeft onder Schoof (zie deze Kamerbrief) en de kabinetten-Rutte er het handje van om te bezuinigen. Ook op het onderwijs. Critici zeggen dat de Wet Passend Onderwijs een free pass was om te bezuinigen op het échte speciaal onderwijs. Want het was niet alsof schoolbesturen geld kregen om leerlingen met ondersteuningsbehoeften te steunen.
Wat kregen ze wel? De pluimage aan aandoeningen die leerlingen hadden. Ook aandoeningen die niet thuis horen op een gewone school. Zoals extreme agressieproblemen. Studie na studie na studie liet zien dat deze vorm van inclusie een gedrocht was.
Aanvaarding in het werkveld
Het is krom. Want wat werk betreft aanvaardt de politiek wél dat niet iedereen zonder meer bij een reguliere werkgever kan werken. Sterker nog: de politiek heeft er met allerlei socialezekerheidswetten rekening mee gehouden. Om maar wat termen te droppen: het doelgroepregister, spoor 2, beschut werk en de dagbesteding. In deze wetgeving is zelfs ondernemerschap niet uitgesloten, zie de Bijstand voor zelfstandigen (Bbz). Maar in het onderwijs moet elke leerling zoveel mogelijk regulier onderwijs volgen. Ook al is het speciaal onderwijs vakinhoudelijk (soms) gelijk aan het regulier onderwijs.
Deze commentator hoor je niet vaak stellen dat inclusie en diversiteit (soms bespot ‘wokeness’ genoemd) slecht is. Maar soms … werkt het gewoon niet. Een aangepaste plek, of een onderwijsrichting die beter bij een student past, is ook een vorm van inclusie.