Afgelopen zaterdag bezocht de koninklijke familie Doetinchem. Met de Gelderse stad heeft Willem-Alexander in 12 edities nagenoeg alle provincies én de digitale snelweg aangedaan. Soit, Noord-Holland telt niet, aangezien het nog in Beatrix’ stijl werd gevierd. Maar ook Flevoland is nog onaangeroerd gebleven. Frappant. Er is immers aanleiding om de polder te bezoeken.
Lelystad of Almere?
Laten we ervan uitgaan, dat de vorst Lelystad of Almere bezoekt. Lelystad is een betrekkelijk kleine stad, net als Emmen en Doetinchem dat waren. Hoe anders is dat met Almere, dat na Eindhoven de grootste stad buiten de Randstad is. Met dit decennium bijna 230.000 inwoners! Deze stad past eerder in het rijtje bezochte steden als Eindhoven (iets groter), Tilburg en Groningen (iets kleiner).
Maar waarom óf Lelystad óf Almere?
Reden 1: De jubilea (beide steden)
Volgend jaar, op 30 november, bestaat Almere 50 jaar. De ontstaansgeschiedenis is sowieso al bijzonder. Ze begon in 1970 met 52 inwoners, vervolgde in 1980 met ruim 6500 inwoners en passeerde midden jaren negentig al de 100.000 inwoners. In 2027 bestaat Lelystad 60 jaar. Net als de koning. Lelystad is nagenoeg precies 5 maanden jarig ná Willem-Alexander; ze verjaart op 28 september.
Reden 2: De culturele zoektocht (Almere)
De culturele voorzieningen zijn in de stad niet meegegroeid, eerlijk toegegeven. Er zijn steden kleiner dan deze stad die kunstvakonderwijs – op hbo-niveau – hebben. Ze is tevens zoekende. In de jaren 90 maakte Almere faam met de tv-industrie. Die bloedde dood in de jaren 00. In de jaren 10 was het de rap wat domineerde. Ze had nog een museum, De Paviljoens, maar die sloot in 2010.
Maar wat altijd is gebleven, is de architectuur.
Reden 3: De luchthaven (Lelystad)
De luchthaven bestaat al, ruim 50 jaar. Het heeft best wel veel functies – onder voor trainingen-gerelateerd, museaal en charter – maar de commerciële functie blijft (vooralsnog) uit. De luchthaven is in aanvaring, letterlijk én figuurlijk. Met vogels, met de recreatiesector en omwonenden (om geluid en laagvliegroutes). Met als klap op de vuurpijl stikstof en klimaat, welke een bom zijn onder dit project.
Niet echt iets om trots op te zijn. Maar ergens ook wel: luchtvaart is deel van Lelystads geschiedenis. Bovendien zijn er takken die wél reeds actief zijn.
Reden 4: De dominantie van ‘lowbrow culture’ (Almere)
Dat Almere weinig ‘highbrow culture’ heeft, betekent niet dat er geen cultuur is. Haar sterke kant zit echter meer in andere dingen. Zoals kunst in de publieke ruimte. Of beter gezegd, ‘street art’. Artiesten als Kasper Jongejan en Kamp Seedorf geven letterlijk kleur aan de gebouwen in de stad.
Net zo straat als ‘street art’, is hiphop. Op Ali B hoeven we niet meer trots te zijn. Maar op Boef, Famke Louise, Sevn Alias (nu Yousef Abd-Al Malik) en Leafs wel. Hoe de stad de stad werd voor rappers, is mij een raadsel. Het is wel duidelijk dat de Almeerders in de jaren 10 mede bijdroegen aan het succes van Nederhop in zijn geheel.
Reden 5: Respect voor de kust (Lelystad)
Al decennia werd er rekening gehouden met een vierde polder: de Markerwaard. Dat de eventuele polder in het Markermeer überhaupt im Frage zou zijn, zorgde ervoor dat Lelystad niet omkeek naar haar kust. In 2003 besloot het kabinet-Balkenende II, na een motie van de LPF, dat het water tussen Marken en de Houtribdijk definitief niet meer ingepolderd werd. Het voordeel van het besluit, is dat het water sindsdien écht bij de stad was gaan horen. De Bataviahaven is thans een havenkom. Nederlands eerste fashion outlet, dat dezelfde naam draagt, groeide richting het Markermeer.
En wat is er overgebleven van de Markerwaard? De Marker Wadden! Vijf onbewoonde eilanden. Althans, door de mens onbewoond. Want futen, ganzen en kiekendieven (het icoon van Flevoland) wonen er wel!