Kunst is Leuk is niet jaarrond open. Net als in veel culturele deelsectoren, werkt zij met een zomer- en een kerstvakantie. Met één verschil: dat de kerstvakantie van Kunst is Leuk geen 14 dagen duurt, maar een hele maand. Winkeliers en andere bezoekers van het stadscentrum van Almere kunnen letterlijk de hele dag naar kunst kijken. Zo ook in de winter van 2024-2025.

v.l.n.r.: de schilderijen van Betsy Schraag, eveneens aan een pand aan de Citadel (t.o.v. Now Is The Time) (eigen beelden)

Buren van Kunst is Leuk

Van half december tot half januari was het vooral tweedimensionale kunst wat de klok sloeg. Opvallend was dat de naaste buur van Kunst is Leuk ook een tentoonstelling had. Het gaat hier om een drieluik van Betsy Schraag. Schraag is een muzikante, maar heeft ook een neus voor beeldend te werk gaan. Zij noemt het in haar werk ‘tweedimensionaal boetseren’. Volgens haar is het een ‘een speels proces waarin regels en restricties belangrijk zijn’.

Wat werken in die schilderijen, is dat ze niet fotorealistisch zijn. En daardoor iets verraden. Zo is er een cellist of contrabassist, die letterlijk centraal staat. Maar wel in het zwart. De gestileerde schilderijen van Schraag komen, ondanks dat ze gestileerd zijn, geloofwaardig over. Al is het in het duister tasten waar het ritme is.

v.l.n.r.: de psychedelische uitingen van Rana Katircioglu en de gestileerde illustraties van Minji Jeong (eigen beelden)

Rana Katircioglu

Een beetje verwant aan Schraag, maar wel écht horend bij Kunst is Leuk, is het werk van Rana Katircioglu. Waar bij Schraag je nog een beetje zoekende bent in het verband tussen de beeldende kunst en de muziek, is het bij Katircioglu helderder. Zij mag zelf uit 1999 komen, ze voelt heel goed aan wat passend is in de vormgeving van die tijd. De psychedelische posters zouden bijna uit die tijd komen.  Met name daar waar het contrastrijk is. Zoals in een van de ontwerpen van een Pink Floyd-poster. Of de rood-witte poster. Een van de makers die in mij opkomt, is Victor Moscoso. Ware het niet, dat Katircioglu minder strak is in vormgeving dan deze ontwerper.

v.l.n.r.: werken van Remco Moll en Jellie Heldersen (eigen beelden)

Remco Moll en Jellie Heldersen

Aan de muren is er pastel en lieflijk werk (zoals van een maker die zich ‘Lily of the Valley’ noemt), of heel naief (zoals van Minji Jeong). De kunst van Remco Moll en Jellie Heldersen valt hier geenszins onder. Tevens is Jellie Heldersen een van de weinige makers in mijn recensies die geen kunstvakonderwijs heeft gevolgd.

Dat neemt niet weg, dat hun werk niet minder interessant is. Bij Moll is het in grijstinten (net geen zwart-wit), op de tekeningen met Pino (van Sesamstraat) na. De keuze voor de kleur en de settings impliceren duisternis en gevaar. In dat opzicht is de jongen die een Ikea-kast samenstelt een vreemde eend in de bijt. Dat Moll een achtergrond heeft in games en animatie, is heel goed zichtbaar in zijn werken. Ze komen cartoonesk over. Maar dan geen tekenfilm op Zapp of Zappelin, maar eerder Netflix of Disney Plus. Of zelfs Studio Ghibli-achtig. Moll geeft het zelfs expliciet toe. Hij schreef dit: ‘Ik houd ervan om in mijn werk of een verhaal een bepaalde sfeer te creëren, alsof het een shot uit een film of een illustratie bij een verhaal is.’ Dat zegt voldoende.

Niet avontuurlijk, maar niet minder spannend, zijn ook de werken van Jellie Heldersen. Heldersen vangt niet alleen mensen en dieren met verve, maar ook emoties. De grijze tekeningen zijn hierin dus heel passend. Opvallend is dat zwarte beest: je zou denken dat het een uil is, maar het lijkt op een fantasiewezen. Maar het meest ontroerende, is de jongen, De eigenschaduw komt geloofwaardig over, met name daar waar de tranen liepen. De jongen heeft iets op zijn rug. Het is heel erg gissen wat hij zoal meedraagt. Het kan net zo goed symbool staan voor iets figuurlijks, zoals een oorlogsverleden. Of de warme herinneringen van zijn moeder.

v.l.n.r.: MATS BAR*KING (2023) en The Refugee and the Giants  (2024) van Edrian van Diermen (eigen beelden)

Tot slot

In dat opzicht is het verbazend dat Edrian van Diermen geen, of een simpele artist statement heeft. Helemaal voor een kunstacademiestudent. Van Diermen studeert Illustratie, maar het portret van de hond komt eerder over als een grafische uiting. Over zijn stijl kan ik één ding zeggen: prent 1 is leuker dan prent 2. Vooral ook omdat prent 1 doet denken aan een veelluik en raamvertellingen. En hij qua stijl ook doet denken aan tekenfilms uit de jaren tachtig.

Conclusie

Over de expo zelf: het concept klinkt op papier mooi, 24/7 kunst kunnen beschouwen. Sommige werken hebben ook een heel goede belofte. Toch krijgt het werk geen vijf sterren. Het klinkt leuk, een etalage, maar dat is amper te zien in het donker of wanner het heel fel licht is. Zoiets zou beter passen in De Corridor of in een van de garages in stadsdeelcentra (zo ook die van Haven en Buiten). Voorts is het jammer dat het vooral tweedimensionaal werk de klok slaat. Juist bij een kunstinstelling is het leuk als er voor de variatie ook audiovisueel of ruimtelijk werk te zien is.